Nokia E71 - Apparaten koppelen

background image

Apparaten koppelen

Open het tabblad voor gekoppelde apparaten.
Bepaal voordat u gaat koppelen uw eigen toegangscode

(1-16 cijfers) en vraag de gebruiker van het andere apparaat

om dezelfde code te gebruiken. Apparaten zonder

gebruikersinterface hebben een vaste toegangscode. U hebt

de toegangscode alleen nodig als u de apparaten voor het

eerst met elkaar verbindt. Na het koppelen kan de verbinding

worden goedgekeurd. U kunt sneller en eenvoudiger

verbinding maken door het koppelen en het goedkeuren van

de verbinding, aangezien u de verbinding tussen gekoppelde

apparaten dan niet steeds opnieuw hoeft te accepteren.
De toegangscode voor SIM-toegang op afstand moet uit 16

cijfers bestaan.
1. Selecteer

Opties

>

Nw gekoppeld app.

. Het apparaat

begint te zoeken naar Bluetooth-apparaten binnen zijn

bereik. Als u eerder al gegevens hebt verzonden met

Bluetooth, verschijnt er een lijst met de vorige

zoekresultaten. Als u naar meer Bluetooth-apparaten wilt

zoeken, selecteert u

Meer apparaten

.

© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

117

background image

2. Selecteer het apparaat waarmee u wilt koppelen en voer

de toegangscode in. Op het andere apparaat moet

dezelfde toegangscode worden ingevoerd.

3. Selecteer

Ja

om de verbinding tussen uw apparaat en het

andere apparaat automatisch te maken, of kies

Nee

om

de verbinding bij elke verbindingspoging handmatig te

bevestigen. Na het koppelen wordt het apparaat

opgeslagen op de pagina met gekoppelde apparaten.

Als u het gekoppelde apparaat een bijnaam wilt geven,

selecteert u

Opties

>

Korte naam toewijz.

. De bijnaam

wordt alleen op uw eigen apparaat weergegeven.
Als u een koppeling wilt verwijderen, selecteert u het

apparaat waarvoor u de koppeling wilt verwijderen en

Opties

>

Verwijderen

. Als u alle koppelingen wilt

verwijderen, selecteert u

Opties

>

Alle verwijderen

. Als u

momenteel verbonden bent met een apparaat en de

koppeling met dat apparaat stopt, wordt de koppeling direct

verwijderd en is de verbinding verbroken.
Als u een gekoppeld apparaat automatisch verbinding wilt

laten maken met uw apparaat, selecteert u

Geautoriseerd

.

Verbinding tussen uw apparaat en het andere apparaat kan

ook zonder dat u het weet tot stand worden gebracht. Er is

geen afzonderlijke acceptatie of goedkeuring voor nodig.

Gebruik deze status voor uw eigen apparaten, zoals uw

compatibele hoofdtelefoon of computer, of apparatuur die

toebehoort aan iemand die u vertrouwt. Als u liever telkens

een afzonderlijk verbindingsverzoek wilt goedkeuren van het

andere apparaat, selecteert u

Niet geautoriseerd

.

Als u Bluetooth-audiotoebehoren wilt gebruiken, zoals een

Bluetooth-handsfree of -hoofdtelefoon, moet u uw apparaat

aan de toebehoren koppelen. Raadpleeg de

gebruikershandleiding bij het betreffende apparaat voor de

toegangscode en verdere instructies. Schakel het gekoppelde

audioapparaat in om ermee te kunnen verbinden. Sommige

audiotoebehoren maken automatisch verbinding met uw

apparaat. Als dat niet het geval is, opent u het tabblad met

gekoppelde apparaten, gaat u naar het betreffende apparaat

en selecteert u

Opties

>

Verb. met audioapparaat

.