GPS en satellietsignalen
GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd
radionavigatiesysteem dat bestaat uit 24 satellieten en hun
grondstations waarmee de werking van de satellieten in de
gaten wordt gehouden. Het apparaat heeft een interne GPS-
ontvanger.
Een GPS-terminal ontvangt zwakke radiosignalen van
satellieten en meet hoe lang de signalen onderweg zijn van
de satelliet naar de terminal. Op basis van de gemeten
'reistijd' van de signalen kan de GPS-ontvanger de locatie tot
op enkele meters nauwkeurig berekenen.
Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder het
beheer van de regering van de Verenigde Staten, die als enige
verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het
onderhoud van het systeem. De accuratesse van de
locatiegegevens kan negatief worden beïnvloed door
wijzigingen door de regering van de Verenigde Staten met
betrekking tot de GPS-satellieten en is onderhevig aan
veranderingen in het GPS-beleid van het ministerie van
defensie van de Verenigde Staten voor civiele doeleinden en
wijzigingen in het Federal Radio Navigation Plan. De
accuratesse kan ook negatief worden beïnvloed door een
gebrekkige satellietconfiguratie. De beschikbaarheid en
kwaliteit van GPS-signalen kunnen negatief worden
beïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijke obstakels
en weersomstandigheden. GPS-signalen zijn in gebouwen of
onder de grond mogelijk niet beschikbaar en kunnen worden
gehinderd door materialen zoals beton en metaal.
GPS moet niet worden gebruikt voor exacte plaatsbepaling
en u moet nooit uitsluitend op de locatiegegevens van de
GPS-ontvanger vertrouwen voor plaatsbepaling of navigatie.
De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en er
kunnen afrondingsfouten voorkomen. De nauwkeurigheid
kan ook worden beïnvloed door de beschikbaarheid en de
kwaliteit van GPS-signalen.
Als u verschillende positioneringmethoden, zoals Bluetooth
GPS, wilt inschakelen of uitschakelen, selecteert u
Menu
>
Instrumenten
>
Instell.
>
Algemeen
>
Positiebepaling
>
Methoden pos.bepaling
.
Satellietsignalen
Als uw apparaat geen satellietsignaal kan vinden, zou u het
volgende kunnen doen:
• Als u zich binnenshuis bevindt, ga dan naar buiten voor
een beter signaal.
• Als u zich buiten bevindt, ga dan naar een plek met meer
open ruimte.
• Controleer of de GPS-antenne van het apparaat niet wordt
afgedekt door uw hand.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
77
• Slechte weersomstandigheden kunnen de signaalsterkte
beïnvloeden.
• Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren
voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht.
Satellietstatus
Als u wilt nagaan hoeveel satellieten het apparaat heeft
gevonden en of het apparaat satellietsignalen ontvangt,
selecteert u
Menu
>
GPS
>
GPS-ggvns
>
Positie
>
Opties
>
Satellietstatus
. Als uw apparaat satellieten heeft
gevonden, wordt voor elke satelliet een balk weergegeven in
de weergave Satellietinformatie. Hoe langer de balk, hoe
sterker het satellietsignaal. Wanneer het apparaat voldoende
gegevens van het satellietsignaal heeft ontvangen, wordt de
balk zwart.