Spraakaanwijzingen activeren
Spraakaanwijzingen, indien beschikbaar voor uw taal,
helpen u de weg naar een bestemming te vinden, zodat u
ongestoord van de reis kunt genieten.
Selecteer
Menu
>
GPS
>
Kaarten
en
Per auto
of
Lopen
.
Wanneer u de rij- of wandelnavigatie voor het eerst gebruikt,
wordt u gevraagd de taal van de spraakaanwijzingen te
selecteren en de bijbehorende bestanden te downloaden.
Als u een taal selecteert die straatnamen bevat, worden ook
de straatnamen hardop uitgesproken. Spraakaanwijzingen
zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw taal.
De taal voor spraakaanwijzingen wijzigen — Selecteer
in de hoofdweergave
Opties
>
Instellingen
>
Navigatie
>
Per auto-begeleiding
of
Te voet-
begeleiding
en de gewenste optie.
De spraakaanwijzingen herhalen voor
autonavigatie — Selecteer
Opties
>
Herhalen
in de
navigatieweergave.
Het volume van de spraakaanwijzingen voor
autonavigatie aanpassen — Selecteer
Opties
>
Volume
in de navigatieweergave.